In Nederland gebeuren jaarlijks duizenden fietsongevallen. Als fietser bestaat er een groot risico op ernstige verwondingen na een ongeval. De fietser komt namelijk op het harde asfalt terecht. Zelfs een aanrijding met lage snelheid kan leiden tot ernstig letsel.
Fietsers worden daarom aangemerkt als zwakke verkeersdeelnemers. Dit brengt met zich mee dat zij wettelijk extra worden beschermd en dus in de meeste gevallen recht hebben op een schadevergoeding.
Indien het gaat om een fietsongeval met een gemotoriseerd voertuig, dan wordt u op basis van de wet extra beschermd. Artikel 185 WVW bepaalt de gemotoriseerde verkeersdeelnemer in beginsel aansprakelijk is voor de aanrijding. De bestuurder van het gemotoriseerd voertuig moet ten minste 50% van uw schade vergoeden. Dit percentage kan naar 100% worden bijgesteld als u kunt aantonen dat u geen enkele verkeersfout heeft gemaakt die heeft geleid tot het ongeval.
Kinderen worden extra beschermd op basis van de wet omdat zij kwetsbare verkeersdeelnemers zijn. Een fietser zal in beginsel 100% van zijn schade kunnen claimen. Een automobilist is niet aansprakelijk als hij kan aantonen dat het kind de aanrijding opzettelijk heeft veroorzaakt. Dit wordt in de praktijk vrijwel nooit aangenomen.
De automobilist kan de schade aan zijn auto verhalen bij de fietser. Het is aan de bestuurder van de auto om te bewijzen dat de fietser een verkeersfout maakte die de aanrijding heeft veroorzaakt. De fietser hoeft deze schade niet zelf te betalen als hij beschikt over een AVP-verzekering. De verzekeraar zal de schadeclaim afhandelen met de automobilist. Als u geen AVP-verzekering heeft afgesloten dan dient u de autoschade te vergoeden. Alleen als de automobilist een geslaagd beroep kan doen op overmacht dan dient u 100% van de schade te vergoeden. Als er geen sprake is van overmacht dan wordt de schuldvraag bepaald aan de hand van al de omstandigheden van het geval.
Het is van belang om na een fietsongeval altijd het schadeformulier volledig in te vullen samen met de bestuurder van de auto, zodat de schuldvraag duidelijk wordt vastgelegd. Dit formulier kan vervolgens samen met uw letselschadeclaim worden ingediend bij de verzekeringsmaatschappij van de tegenpartij. Verzamel ook bewijsmateriaal na het ongeval, zoals foto’s van ongevalslocatie en de gegevens van getuigen.
Als u pijnklachten ervaart, is het belangrijk om een bezoek te brengen aan uw huisarts. De huisarts kan uw klachten onderzoeken en deze vastleggen in uw medisch dossier. Het medisch dossier is een belangrijk bewijsstuk dat dient als onderbouwing van uw schade. Daarnaast is het van belang om eventuele kosten als gevolg van het ongeval in kaart te brengen, zoals medische behandelingen, reiskosten naar medische afspraken en reparatiekosten voor beschadigde eigendommen.
Na een fietsongeval heeft u recht op zowel materiële als immateriële schade. U kunt daarbij denken aan de volgende schadeposten: medische kosten, reiskosten, huishoudelijke hulp, studievertraging, kosten zonder nut, reparatiekosten voor beschadigde eigendommen, verlies aan verdienvermogen en smartengeld.
Smartengeld is een vergoeding voor de pijn, het leed en de gederfde levensvreugde. Er is geen vaste formule voor het bepalen van de exacte hoogte van smartengeld. De belangrijkste factoren bij het begroten van smartengeld zijn: de aard en ernst van het letsel, de impact op dagelijks leven, psychische gevolgen, de behandelingsduur, de leeftijd van het slachtoffer, en vergelijkbare jurisprudentie.
Heeft u als fietser letsel opgelopen door een fietsongeval? Neem geheel vrijblijvend contact met ons op, zodat we samen de mogelijkheden kunnen bekijken.
Kan ik u ergens mee helpen?